Rustig op de stoep kunnen lopen zonder een stroom mensen te hoeven ontwijken. Zonder gelokt te worden naar comedieavonden. Zonder aangesproken te worden door zwervers en bedelaars. Zonder uitgescholden te worden als je geen aandacht besteed aan de zwervers, bedelaars of proppers.

Stoppen voor een rood stoplicht. Aan de kant gaan voor hulpverleners. Sirenes die je pas een straat verderop aan hoort komen. Sirenes die niet dag in dag uit door de stad galmen. En die niet voor een piep in je oren zorgen waar je ‘s avonds nog last van hebt.

Gebouwen van slechts tien verdiepingen hoog. Een park van maar een paar vierkante meter breed. Een taxi van tevoren moeten bellen. Alles is anders in vergelijking met het buitenland. Behalve dat je altijd en overal Nederlanders tegenkomt.