Twitter, Facebook. Account aanmaken is zo gebeurd. En dankzij smartphones, tablets en dat soort ongein is een berichtje zo verstuurd. Elk moment van de dag. Iedereen heeft het er maar druk mee. Mensen beledigen, bedreigen, oproepen tot demonstraties. En dan verbaasd zijn dat je wordt opgepakt. Want dat was gelukkig niet al minstens tien keer eerder gebeurd bij iemand anders. Niet heel snugger. Ergens wel hilarisch.

Minder hilarisch zijn de berichtjes met spelfouten. Mensen die schrijven dat ze zijn geslaagt, of iemand (niet) hebben herkent, of iets amper hebben overleeft. Kippenvel, nekharen overeind. Het gaat vanzelf. Net als blozen. Zal wel met achtergrond te maken hebben. Taalstudie en taalgevoel doen dat met je. Dat er iemand wordt bedreigd zou dan niet eens meer opvallen. Maar die taalfout. Gewoon van je apropos. Zoiets doe je toch niet.

Eenmaal bijgekomen bedenk je dat een taalfout in een tweet of een prikbordbericht zo erg nog niet is. Het bericht is waarschijnlijk ‘even snel’ getypt en verstuurd. En taalfouten kunnen in de gauwigheid nou eenmaal worden gemaakt. Ander verhaal wordt het als de typefout is gemaakt op een website. Van een (professionele) organisatie. In een tekst waar normaal gesproken over nagedacht zou (moeten) zijn. Door professionals.